Meerkeuzevragen
Zowel de examens als de toetsen van de laatste toetsweek bevatten vaak meerkeuzevragen. De meeste leerlingen vinden meerkeuzevragen makkelijker dan open vragen. In de praktijk worden meerkeuzevragen echter slechter gemaakt. Leer je kind slim meerkeuzevragen beantwoorden met onderstaande tips.
Meerkeuzevragen in de examens
Ieder jaar brengt CITO een verslag uit van de examens. Uit de verslagen 2018 en 2019 blijkt dat de examens voor de moderne vreemde talen bij havo en vwo voor meer dan 60% uit meerkeuzevragen bestaan. Daarnaast bestaan ook de examens biologie en Nederlands voor een deel uit meerkeuzevragen. De examens Latijn, natuurkunde, muziek en beeldende vakken bevatten een beperkt aantal meerkeuzevragen.
Vaak meerkeuzevragen in de laatste toetsweek
Gemiddeld bevatten de laatste toetsen de meeste meerkeuzevragen van het schooljaar. Meerkeuzevragen kijken immers gemakkelijk na. Docenten krijgen aan het einde van het schooljaar van iedere klas een toets terug die snel nagekeken moet worden. De inleverdatum van de rapportcijfers volgt namelijk snel op de toetsweek.
Met de Victor Mids-methode slim meerkeuzevragen beantwoorden
In Mindf*ck combineert Victor Mids wetenschappelijke inzichten om de hersenen voor de gek te houden. Hoe handig is het om wetenschappelijke inzichten toe te passen om de hersenen te helpen! Bijvoorbeeld bij het beantwoorden van meerkeuzevragen.
Vijf praktische tips
Tip 1 Onderschat meerkeuzevragen niet
Meerkeuzevragen zijn lastiger dan je denkt. Je moet de stof net zo goed voorbereiden en zoals gezegd, in de praktijk maken leerlingen meerkeuzevragen slechter dan open vragen.
Tip 2 Dek de antwoorden af
Lees de vraag goed en de antwoorden niet. Formuleer het antwoord en kies dan het antwoord wat het meest overeenkomt.
Als het brein vier antwoorden op een vraag leest, voert het brein vier opdrachten uit. Dat beïnvloedt het denken en leidt onnodig af. Als het brein alleen de vraag leest, voert het één opdracht uit. Het brein kan nu zonder ruis het goede antwoord formuleren.
Tip 3 Werk volgens een ronde systeem
- In ronde 1 beantwoord je alleen de vragen die je zeker weet.
- In ronde 2 maak je de moeilijkere vragen. Je streept eerst de onmogelijke antwoorden weg. Dat zijn er meestal twee. Dan herlees je de vraag en maak je een keuze.
- In ronde 3 maak je de onmogelijke vragen. Ook hier streep je de twee onzin antwoorden weg. Dan blijven er twee antwoorden over en dus 50% kans op een goed antwoord. Wel kiezen, anders blijft die 50% liggen.
Tip 4 Vertrouw op de eerste ingeving
Als je goed bent voorbereid, is je eerste ingeving meestal de juiste. De meeste “verbeterde” meerkeuzevragen blijken namelijk fout te zijn en gebaseerd op onzekerheid en stress. Wijzig dus alleen het antwoord als je tot echt nieuwe inzichten bent gekomen. Ga niet twijfelen en vertrouw op je eerste ingeving.
Tip 5 Controleer
Controleer of alle vragen zijn beantwoord en ingeleverd. Als je nog vragen over hebt en geen tijd, kies dan voor het langste antwoord. Je docent moet ook het juiste antwoord formuleren en het juiste is vaak het meest uitgebreide. Pas deze gok-techniek alleen toe op vragen die je echt niet weet!
Bonus tip
Laat je niet misleiden door het aantal keer dat je voor een bepaalde letter gekozen hebt. Theoretisch is het mogelijk dat alle goede antwoorden van een toets A zijn. Meestal staan de antwoorden namelijk op alfabetische volgorde.
Wil jij je kind de laatste 6 weken graag helpen om goede cijfers te halen?
Dan is mijn videoserie Meer leren in minder tijd iets voor jou.
Leg samen met je kind een gedegen basis om in die laatste weken effectief te leren én te scoren!
Bestel nu Meer leren in minder tijd in 10 filmpjes.
Petra zegt
dankjewel! dat zijn fijne tips, ik ga ze bespreken met mijn zoon!
Jeroen zegt
Misschien een stukje straatwijsheid, maar ik herinner mij van decennia geleden dat de langste en/of moeilijkst te begrijpen antwoorden zelden goed waren.
Ankie Remijn zegt
Dank voor het delen van je tip!
Piet zegt
Leuke tips, alleen klopt het vaak niet. Ik heb “vroeger” geleerd om alle antwoorden even af te dekken en dan zelf het antwoord te geven, Het gebeurde vaak dat er mijn
antwoord niet bij stond. Tja dan maar gokken. Toen ( nu helaas niet meer) was
het antwoord met de meeste tekst vrijwel altijd het goede
Ankie Remijn zegt
Beste Piet,
Dank voor je reactie. Je hebt gelijk! In zoverre dat jouw antwoord er natuurlijk niet bij staat zoals jij het in je hoofd formuleert. Vandaar dat erbij tip 2 ook staat: ‘Formuleer het antwoord en kies dan het antwoord wat het meest overeenkomt‘. Jouw tweede tip herken ik maar durf ik niet te adviseren. Misschien alleen in het geval als je echt geen enkel idee hebt waar de vraag over gaat….